CDA-voorzitter: “Nóóit meer met Wilders!”
PolitiekLandelijk CDA-voorzitter Ruth Peetoom (zie ook inzet) voor aandachtig publiek. (Foto: Klaas Rozema)
CDA-voorzitter: “Nóóit meer met Wilders!”
BURGUM – De samenwerking van het CDA met Wilders in het eerste kabinet-Rutte had niet gemoeten. “Die samenwerking heeft diepe wonden geslagen”, zei landelijk partijevoorzitter Ruth Peetoom maandagavond in De Pleats in Burgum. “En heeft ook het land heel veel kwaad gedaan. Ik zeg met Van Haersma Buma: nóóit meer met Wilders samen!”
De aanwezigen, voornamelijk vijftig-plussers, maar toch ook enkele twintigers en dertigers, discussieerden met elkaar in kleine groepjes aan de hand van twee vragen en een stelling.
De beide vragen waren: is de C van CDA hoeksteen of struikelblok? De tweede vraag: ‘Bestuursverantwoordelijkheid, macht of dienstbaarheid?’ En de stelling: ‘Bij het CDA is er ruimte voor iedereen!’
“Als men niet tegen de uitgangspunten ingaat”, was een reactie van een initiatiefnemer van de bijeenkomst van de zes CDA-afdelingen in Noordoost Fryslân.
Over de C van het CDA zei Peetoom: “Het betekent: zorgdragen voor de ander, bijvoorbeeld voor vluchtelingen die nu Nederland binnenkomen. En tolerantie, ook als je het moeilijk hebt. Soms merken we agressie tegen de ‘C’, dan is het wel een struikelblok. Maar we moeten er geen afstand van nemen. We zeggen niet, zoals veel andere partijen: ‘Geloven doe je maar in je eigen tijd’. We zijn een beginselpartij, geen getuigenispartij, zoals SGP en – mindere mate – de ChristenUnie.”
Moslims die zich herkennen in begrippen als naastenliefde en zorg voor de zwaksten zijn ook welkom in het CDA, beklemtoonde Peetoom.
Macht mag geen doel op zichzelf zijn, maar is wel een middel om je doelstellingen te verwezenlijken, vindt ze. “Macht is meer dan alleen invloed. We zijn een bestuurderspartij. In het Parlement heeft het CDA tegen de decentralisatie voor de zorg gestemd. Niet om het principe, maar vanwege de bezuinigingen en de omvang. Maar ik heb groot respect voor de CDA-wethouders die er toch mee aan de slag gaan en hun best doen er iets goed van te maken.”
