Sommige dingen kun je niet tekenen, die moeten groeien

Klaas Piekstra geeft uitleg bij een van de vele boomsoorten op het terrein van zijn bedrijf. (Foto: Klaas Rozema)

“Sommige dingen kun je niet tekenen, die moeten groeien”

Klaas Piekstra van Florahoek denkt mee over tuininrichting

HURDEGARYP – Een paar maanden geleden verhuisd, het huis bewoonbaar gemaakt en nu de lente op komst is met de gedachten de tuin in. Waar begin je? Waar moet je rekening mee houden? Wat zijn de trends voor 2015? Voor Weekblad Actief gingen we naar de Florahoek in Hurdegaryp om advies.

Door Thea van der Schaaf

Klaas Piekstra laat zijn licht schijnen over de tuin zoals we die zoveel kennen in Fryslân. Gelegen rond een doorzonwoning in een prettige woonwijk, gebouwd in 1980. Veel van de wildgroei van de vorige bewoners is inmiddels weggehaald en wat achterblijft is een kale tuin. Of we wat foto’s en een tekening van de tuin mee willen nemen bij het bezoek aan de Florahoek, het liefst een schets. Klaas: “Ik moet er in kunnen krassen, in een officiële tekening doe je dat niet zo gauw.” Is het slechts een kale schets en heb je zelf nog geen idee? “Dat heb ik juist het liefst. Dan kunnen we met de basis beginnen. De rommel en de oude situatie, daar kijk ik wel doorheen.”

Natuurlijk geef je aan hoe de ruimte er globaal uitziet en wat vaste onderdelen zijn, een bestaand pad dat moet blijven of een tuinhuis. En je geeft aan of je bijvoorbeeld houdt van landelijk of juist strak. Dat kun je doen in een moodboard, een groot vel papier waarop je van alles plakt wat je tegenkomt en mooi vindt. Dan begint het verder tekenen van die grove lijnen. Waar komen de paden, de afscheidingen, de bomen. Klaas: “Kijk, hier heb je al een heg getekend, maar hoe die eruit komt te zien, is van latere zorg. Een idee moet ontstaan. Het mooiste is om nu de grote lijnen uit te zetten, over een week weer langs te komen en de details door te praten. Dan heb je het even tot je door kunnen laten dringen.”

Schaduwterras

Klaas vraagt waar we binnenshuis zitten. Dat is in de woonkeuken met zicht op de tuin. Hij suggereert dat we daar dan eigenlijk het terras moeten hebben. “Maar daar komt weinig zon”, is het antwoord. Klaas legt uit dat dat een veelgemaakte vergissing is. “Het mooie weer in Nederland begint altijd met temperaturen die het net niet toelaten om in de zon te zitten, maar waarbij dat in de luwte uit de schaduw prima kan. Als het hoogzomer is, zoeken we of maken we schaduw om in te zitten. Eigenlijk zou je daarom twee terrassen moeten hebben. Eén voor het voorjaar, achter in de tuin op een zonnige plek, met een fijne loungeset. Een grasveld of tuinhuis met een pleintje kan daar ook prima toereikend voor zijn. Het grotere zomerterras, de plek waar je leeft, waar je buiten eet, kan prima op een meer schaduwrijke plek. In jouw geval als verlengstuk van de keuken.”

Jan des Bouvrie

De tuin wordt niet alleen steeds meer een verlengstuk van de woning. Ook qua ontwerp hebben ze veel met elkaar te maken. Klaas: “Er was eens een documentaire over Jan des Bouvrie op televisie. Iemand zei tegen mij ‘jij zegt precies hetzelfde wat hij zegt’. Als je in een ruimte komt niet alles in een keer kunnen zien. Je moet het spannend maken, werken met zichtlijnen en doorkijkjes. Dat geldt voor binnen maar zeker ook voor buiten.” De tijden zijn wat dat betreft veranderd. “Vroeger was een tuin een grasveld met border eromheen. Op een stukje grond dat vlak gemaakt was kwamen tegeltjes en daar kon je je stoeltje neerzetten. Het zijn de terrassen van nu, en de tuin is een leefruimte geworden.”

Ding voor ding

En zo wordt de schets een plan met een tekening. “Die eerste stap is het moeilijkst. Als je die stap gehad hebt, bijvoorbeeld vijf bomen hebt staan, dan krijg je het in de vingers en door hoe je het wilt hebben. Je gaat je eigen tuin maken en kloppend bij het plan. Ik maak hem niet voor je, ik help je. Soms geef ik alleen maar een nuance aan in een bestaand idee. En dan, en dat vind ik het leukst, dan ga je groeien in je tuin. Ding voor ding pak je het aan. Nu die border, volgende week dat grasveld en een week later als je tijd en zin hebt, doe je een volgende stap.”

Het idee voor de bestrating ligt en we weten waar we ons terras plaatsen, we zijn toe aan de beplanting. “Hoe je omgaat met groen is heel smaakgevoelig en heeft te maken met de stijl van de woning. Bij dit huis past het kubisme, de parkachtige jaren ‘70 stijl die ook nu weer in is. Strakke lijnen, maar ook contrast. Een robuuste boom in een brede haag. Stoer, natuurlijk en toch strak en bosrijk. Je moet in vormen, lijnen en kleuren denken. En zorg voor die breking, zorg dat je niet alles in één keer ziet, maar dat je ergens omheen moet om de rest van de tuin te zien, creëer tuinkamers.” Wat echt de trend is voor 2015? “Strak en toch natuurlijk. Meer groen, minder grind. Over nagedacht en doordacht.”

Wintergroen

De keus voor de planten die je uiteindelijk in je tuin zet is groot en afhankelijk van smaak, budget en hoeveel onderhoud je wilt hebben. Klaas: “Bladverliezend is wat natuurlijker als wintergroen en ‘s winters staan er dan nog prachtige geraamtes. Sowieso om de tuin wat minder stijf te maken, mogen er wel wat bladverliezende planten tussen zitten. Je mag best wel met de seizoenen meegaan. Bovendien is het nog in de mode ook. Vroeger was een bruine beukenhaag in de winter vreselijk, maar landelijk is nu de trend dus past het er helemaal bij.”

Het laten meedenken van een kenner over je plannen pakt goed uit. Heel anders dan wanneer we het zelf hadden uitgevogeld en over ideeën hadden rondgestruind op internet. “Daar staat veel moois maar ook veel dat niet waar is. Over winterhardheid van een boom bijvoorbeeld. In het zuiden van Brabant of België kan een boom winterhard zijn die dat hier helemaal niet is. Daar groeien andere planten en planten groeien er anders. Houd daar rekening mee, zet niet alles zomaar klakkeloos in de tuin. De klimaatverandering zorgt wel dat het warmer wordt, maar de winters worden juist kouder en grilliger.”

Maar niet alleen op internet, ook in de winkels heerst de commercie en worden appels met peren vergeleken. Bepaal je de prijs op basis van onderkant pot tot uiterste puntje? Of meet je slechts de stam? Het ene plantje is het andere niet. Hoe vaak is het gesnoeid, hoe was de bemesting? Hoe is het plantje gekweekt? Klaas: “Een kasplantje gaat stilstaan in de tuin, een buiten geteeld plantje groeit door. Dat is kwaliteit die je bij de aankoop van het plantje aan de buitenkant niet meteen ziet, maar wel het verschil kan maken in de aanleg van de tuin.”