Van vluchteling tot kandidaat-minister
PolitiekOud-Burgumer Sander Terphuis (staand) vertelt een aandachtig gehoor van vooral PvdA’ers in eetcafé ‘t Roodhert in Burgum over zijn leven en zijn boek ‘De worstelaar’. Daarvan is al een tweede druk in de maak, zei hij, bij uitgeverij Prometheuis/Bert Bakker. ‘t Roodhert was begin jaren negentig voor (toen nog) Ahmad Qeleich Khany een plek waar hij de lokale bevolking leerde kennen, Fries leerde verstaan én zijn eerste glaasje beerenburg dronk. (Foto: Klaas Rozema)
Van vluchteling tot kandidaat-minister
BURGUM – Een lichamelijke beperking (bijna blind) gaf de Iraniër Ahmad Qeleich Khany juist de kans zijn land te ontvluchten. Dat grijpen van kansen tekent zijn leven, ook nu hij als Nederlander met de naam Sander Terphuis door het leven gaat.
Zaterdagochtend presenteerde hij zijn boek ‘De worstelaar’ over zijn leven in Iran, zijn deelname als worstelaar aan de paralympische spelen in Assen en zijn vluchtverhaal binnen Nederland. Maar ook het vervolg – zijn verblijf van bijna een jaar in crisisopvang Blijenhof in Burgum, zijn relatie met Sjoukje de Boer uit Eastermar en zijn studies en loopbaan – komt aan bod. Tot en met zijn politieke activiteiten binnen de PvdA, waarin hij met succes heeft gelobbyd tegen de strafbaarstelling van illegaliteit in Nederland. Volgens Terphuis druist die strafbaarstelling in tegen de Grondwet.
In eetcafé ‘t Roodhert in Burgum had de auteur een warm onthaal van partijgenoten van de afdeling Tytsjerksteradiel. Hij wees erop dat de asielprocedure soms aan willekeur onderhevig is en onverwachte wendingen kent. “De asielstatus is een lot uit de loterij”, merkte Terphuis een paar keer op. In zijn boek vertelt Terphuis hoe hij zelf steun kreeg van zijn omgeving toen hij daarmee te maken kreeg. Zijn derde punt was ‘de politiek’ en het grote verschil met Iran: “In Nederland mag je zonder veel plichtplegingen de Tweede Kamer bezoeken. Toen ik dat voor het eerst deed, heb ik nog dezelfde dag enthousiast m’n moeder in Teheran gebeld. In Iran wordt het parlement streng bewaakt door politie of militairen.”
Mede dankzij instituten voor blinden en slechtzienden kon Terphuis het vwo-diploma halen en rechten studeren. Hij zou nog graag minister van justitie willen worden. “Nederland heeft nog steeds het verdrag voor gelijkberechtiging van gehandicapten niet bekrachtigd!”