Houkje Rijpstra: Dankzij Europa leven wij in vrede; “In foarrjocht”
PolitiekDe uitbreiding van Park Vijversburg wordt mede gefinancierd door de Europese Unie. ‘Europa’ draagt 3 miljoen bij aan het project, de helft van het totale bedrag. (Foto: Klaas Rozema)
Houkje Rijpstra: Dankzij Europa leven wij in vrede; “In foarrjocht”
Europees Parlementskandidaat Houkje Rijpstra benadrukt het belang om donderdag te stemmen
GYTSJERK – Dankzij de Europese Unie leven we in vrede, stabiliteit en veiligheid, stelt wethouder Houkje Rijpstra (Tytsjerksteradiel, PvdA). Ze staat twaalfde op de kandidatenlijst voor de Europese Verkiezingen om te benadrukken dat ze Europa onmisbaar vindt. “Wy moatte koesterje wat wy ha.”
Door Marije Blacquière
Geen land is zo eurosceptisch als Nederland, vermoedt Houkje Rijpstra uit Gytsjerk. En waarom? “Frede, feilichheid, dat fine wy sa gewoan as wat. Mar dat is it net!” Europese regelgeving neemt grote ongelijkheid tussen lidstaten weg, legt ze uit. Dit voorkomt spanningen tussen (buur)landen, waardoor we in vrede kunnen leven. Niet voor niets kreeg de EU in 2012 de Nobelprijs voor de Vrede. “Dêrfoar moatte wy gearwurkje, ek op ekonomysk terrein”, zegt Rijpstra.
Immers, de financiële crisis van de jaren dertig was een directe aanleiding voor de Tweede Wereldoorlog, brengt de van oorsprong lerares geschiedenis in herinnering. “Minsken sochten in ’zondebok’. Wy hawwe no ek in dikke krisis hân, mar oarloch is net by ús opkaam. Dat is in enorm foarrjocht en dat meie wy ús wol wat mear realisearje.”
Europese lidstaten die een wat verser oorlogsverleden hebben, voelen de waarde van de Europese Unie dieper, denkt Rijpstra. “De oostbloklannen sille frijheid folle dúdliker bewake dan wy. By ús sakket it wat fuort, wy kinne ús net foarstelle wat oarloch west hat.”
Behoud van vrede was vlak na de Tweede Wereldoorlog reden voor de politici Jean Monnet, Robert Schuman en Konrad Adenauer om een plan te presenteren voor Europese integratie. Alleen zo kon worden afgerekend met het nationalisme, meenden zij. In 1951 werd de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) opgericht, de voorloper van de Europese Unie, met daarin België, de Bondsrepubliek Duitsland (West-Duitsland), Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland.
De samenwerking breidde uit; er sloten meer landen aan en er kwamen meer taken bij, zoals buitenlands beleid, veiligheidsbeleid en de vorming van een monetaire unie. Het resultaat is nu dat er meer balans is tussen de lidstaten, zegt Rijpstra. Voor sommigen is het een probleem dat de financiële bijdrage van de rijkere lidstaten hoger is dan die van de armere. “Mar yn Dútslân fine se dat ek gjin probleem. By ús leit dêr altyd wer de neidruk op”, zegt Rijpstra. We hebben er bovendien zelf baat bij, vindt ze: “Bygelyks, as it yn de oostbloklannen better giet, komme der minder minsken hjir hinne.”
Europa kan daarnaast zorgen voor gelijke lonen en arbeidsvoorwaarden, met als gevolg eerlijke concurrentie binnen de EU. Vrachtwagenchauffeurs moeten dan bijvoorbeeld overal aan dezelfde eisen voldoen en dezelfde diploma’s hebben. “Dêr is no noch folle ûngelykheid yn”, zegt Rijpstra. Door het vrije arbeidsverkeer binnen Europa zijn lidstaten door die ongelijkheid soms elkaars concurrenten. Met goede regelgeving kunnen de landen elkaar juist versterken, zegt de wethouder.
Zeker in het handelsverkeer met andere continenten heeft Europa een sterke positie. “Ek in grut foardiel oan Europa. Amearika of Sina sjocht Nederlân oankommen: ’Wy wolle graach iepen hannelsferkear oer en wer’.” Doordat wij één Europese markt hebben, is dat wel mogelijk. “En Nederlân is in super-eksportlân”, zegt Rijpstra. “Tanksij de Europese merk kinne wy no hiel maklik ôfsette.”
Ook in Fryslân is Europa zichtbaar. Rijpstra noemt de fondsen die Europa beschibaar stelt voor krimpregio’s, de Europese voedselveiligheidsnormen (“foar elkenien belangryk”) en subsidies voor infrastructurele projecten. Europa heeft ook zijn foutjes, vindt de wethouder. Dat het parlement maandelijks verhuist van Brussel naar Straatsburg en vice versa, dat zou eens afgelopen moeten zijn, vindt ze. En met de invoering van de euro zag ze ook het één en ander misgaan. Ze snapt dus best dat er kritische geluiden over Europa klinken. Maar ze benadrukt het belang van gaan stemmen: morgen bepalen wij in Nederland wie er op de zesentwintig Nederlandse zetels van het Europees Parlement gaan plaatsnemen. En als je vindt dat Europa minder invloed moet hebben, stem dan op een partij die die invloed wil beperken, adviseert Rijpstra. “Mar stim wol!”