Evert J. Schut: ‘Een heilige oorlog tegen de jihad’

Evert J. Schut komt vaak in het Midden-Oosten en Azië. “Over die reiservaringen schrijf ik misschien ook nog wel eens een boek. Als ik met pensioen ben.” Zijn eerste boek is te bestellen via de website www.jongboek.nl/evertschut. (Foto: Klaas Rozema)

“Ik wil niemand beledigen, maar wel waarschuwen”

POLITIEK

DRACHTEN – Evert J. Schut uit Drachten is een bereisde Roel. Voor zijn werk komt hij in vele landen in de wereld, onder andere bezocht hij meer dan dertig ‘islamitische’ landen. Daar liep hij aan tegen wat hij noemt een misverstand en dat was aanleiding om een boek te schrijven over de historie van christendom en islam.

Door Gerrit van der Meer

Dat “misverstand in de islamitische wereld” is, dat de christelijke kerken in die landen worden gezien als vooruitgeschoven post  van een ‘westerse’ religie. Mede daardoor worden christenen slachtoffer van geweld en vervolging, aldus Schut.
Ook zet hij vraagtekens bij het perspectief van de islam om de kruistochten als een imperialistich gebeuren te zien.
Zijn boek kreeg de opvallende titel ‘Een heilige oorlog tegen de jihad’, met als ondertitel: ‘Riep de islam de kruistochten over zichzelf af?’, uitgegeven door Jongboek in Heerenveen. Het werd een flinke pil (333 pagina’s), waarmee Schut niet alleen de historie induikt, maar af en toe ook een tip van de sluier oplicht van zijn belevenissen in islamitische landen.
Meteen al in het begin van het boek onthult de auteur dat hij en z’n echtgenote Nelie in zo’n land een envelop met een briefje onder de hotelkamerdeur doorgeschoven kregen, waarin ze voor ‘varkens’ werden uitgemaakt, met de waarschuwing dat ze het land beter maar konden verlaten. “We schrokken wel even, maar gingen in gebed en hebben ’s nachts lekker geslapen”, schrijft Schut.
“Ik heb er bewust voor gekozen dit boek onder eigen naam te schrijven. Omdat ik niet de intentie heb iemand te beledigen of te polariseren. Wel vind ik dat ik niet om mijn eigen waarnemingen heen kan, ook al zijn die soms best wel confronterend.”
Schut waarschuwt voor de islam, “omdat het gewelddadige, intolerante ‘DNA’ ervan al te zien is in het leven van de stichter, de profeet Mohammed. Die schuwde het geweld niet, hij slaagde er in zijn macht en zijn geloof via militair geweld te verspreiden.”

“Er is een essentieel verschil met het christendom”, vindt Schut, “want Jezus bepleitte geen geweld, maar geweldloosheid en liefde voor God en voor de medemens.”
Jezus komt volgens Schut overigens in de Koran vaker voor dan Mohammed, maar wordt door de islam niet als Gods zoon erkend.
Het boek is vooral een poging, een misverstand recht te zetten. “Veel moslims beschouwen het christendom als een westers geloof. Maar het christendom komt uit het Midden-Oosten en werd vandaar eerst in de omgeving verspreid. In bijvoorbeeld Afghanistan woonden al christenen, eeuwen voordat sprake was van de islam en ook eeuwen eerder dan er christenen waren in bijvoorbeeld Friesland.”

Schut erkent dat ‘jihadisten’ hier niet van onder de indruk zullen zijn. “Die willen maar één ding: dat de islam overal heerst.” Dat gevaar moet niet worden onderschat, vindt Schut. Vooral omdat westerse landen en de kerken in veel islamitische landen een ‘soft target’ vormen, een makkelijk doelwit. “De kern van het christendom is vergeving. En ondanks die uitdaging geloof ik dat we aan die kern vast moeten houden.”

Misschien schrijft Schut ook nog wel eens een boek over zijn reiservaringen. “Maar dan  moet ik eerst met pensioen zijn. Ik wil het gevaar ook niet opzoeken.” Vandaar dat Schuts huidige werkgever niet in dit interview wordt vermeld.
“Ik werk wel aan een tweede boek: over m’n vader, voormalig directeur van de Heidemij in Friesland, het bedrijf dat hij hier heeft grootgemaakt en nu bekend staat onder de naam Arcadis. M’n vader (92) leeft nu nog, dus ik kan hem nu nog interviewen.”