Een medewerker van Rijkswaterstaat neemt een monster van het slib (gemengd met zeewater) uit de vaargeul, om zo de hoeveelheid slib (zonder water) te kunnen bepalen.
Een medewerker van Rijkswaterstaat neemt een monster van het slib (gemengd met zeewater) uit de vaargeul, om zo de hoeveelheid slib (zonder water) te kunnen bepalen. Foto: Worcflow

Vaarweg naar Ameland: dertien alternatieven

Rijkswaterstaat heeft ingenieursbureau Witteveen + Bos laten onderzoeken hoe de vaarverbinding naar Ameland kan worden verbeterd, voor de periode 2030-2100. Dit heeft geleid tot dertien verschillende alternatieven, in feite verdeeld over twee hoofdlijnen: via de bestaande pieren bij Holwerd en Nes, of via nieuwe pieren, bij Ferwert en bijvoorbeeld bij Hollum op Ameland. 

Inspraak, nadere discussie en meer onderzoek zullen mogelijk leiden tot beperking van het aantal alternatieven. Minister Mark Harbers (VVD) van Infrastructuur en Waterstaat zal volgens verwachting in de loop van 2023 een besluit nemen.

Burgemeester Leo Pieter Stoel (VVD) van Ameland zei donderdagavond 22 september in de informatiebijeenkomst op ‘zijn’ eiland, dat hij een ‘verplaatsing’ van Nes naar bijvoorbeeld Hollum niet verwacht, “vanwege de te verwachten ecologische effecten”. Hij verwees naar de rapporten die Rijkswaterstaat hierover heeft laten maken. Ook in café Ut en Thús van zorgcentrum Foswert op Foswerterstrjitte 71 in Ferwert wordt woensdagavond 28 september gesproken over de toekomst van de vaarverbinding tussen de vaste wal en Ameland. De openbare bijeenkomst begint om half acht. 

Of de trend dat er steeds meer moet worden gebaggerd om de vaargeul op diepte te houden, doorzet, is mede afhankelijk van de snelheid van de zeespiegelstijging. De laatste jaren was de aanslibbing op het Wad ongeveer vijf millimeter per jaar en de zeespiegel steeg ter plaatse twee millimeter. "We verwachten het kantelpunt - dat de zeespiegel sneller stijgt dan het slib ‘aangroeit' - ergens tussen 2050 en 2080, voor het oostelijke deel van het Nederlandse Wad”, zegt woordvoerder Christiaan Kooistra van Rijkswaterstaat.

Niet alleen de ecologische effecten van de vaarverbinding zijn van belang. Ook de financiële spelen mee: jaarlijks wordt er nu circa 1,8 miljoen kuub slib uit de geul gebaggerd en elders in het Wad gestort, oftewel bijna drie kuub per ‘varensgast' naar Ameland. Dit kost uiteraard veel geld. Door minder auto's op Ameland toe te staan, kan het aantal overtochten misschien beperkt worden. Daar staat tegenover dat tot 2050 een fikse groei van het aantal gasten op Ameland wordt verwacht: van ruim 700.000 per jaar nu naar zo'n 830.000 of mogelijk zelfs een miljoen in 2050.

Het ‘verplaatsen’ van de pier van Holwerd naar Ferwert zou gunstig kunnen zijn voor de natuur bij Holwerd, maar is waarschijnlijk juist ongunstig voor ‘Fryslân Bûtendyks’ bij Ferwert. Bovendien zal zo’n ‘verplaatsing’ uiteraard ook een fikse investering vergen, maar daar staat tegenover dat er dan wellicht minder hoeft te worden gebaggerd.