Veel kwetsbare plekken bij overstroming
Fryslân zit vol met kwetsbare plekken als zich onverhoopt een serieuze overstroming voordoet, bijvoorbeeld als gevolg van een doorbraak van de zeedijk. Dat blijkt uit de 'impactanalyse' bij overstroming, opgesteld door de Veiligheidsregio Fryslân, samen met onder andere Wetterskip Fryslân.
De vitale en kwetsbare plekken zijn op een rijtje gezet in de analyse: elektriciteit, drinkwater en waterwingebieden, pompstations en rioolwaterzuiveringsinstallaties, de transportinfrastructuur (denk bijvoorbeeld aan de vele aquaducten in Fryslân), de gasproductie en -distributie, het onderwijs en de kinderopvang, ziekenhuizen, verpleeg- en verzorgingstehuizen, overige zorginstellingen, de gevangenis in Leeuwarden, bevoorradingscentra van ziekenhuizen, opslag van voedsel en geneesmiddelen: er is veel dat gevolgen kan krijgen bij heftige overstroming(en).
Maar door klimaatverandering rijst niet alleen de zeespiegel. Dijkgraaf Kroon: “We krijgen ook vaker te maken met periodes van droogte of juist heel veel regen. Er is dus meer ruimte nodig om water op te vangen bij extreme neerslag. Met techniek alleen kunnen we wateroverlast niet voorkomen. Normaal kunnen we 12 millimeter boezemwater per dag wegkrijgen. Maar als er 100 milliliter regen valt in korte tijd, hebben we dus zo'n acht dagen nodig om dat weg te krijgen."
Een watersnood als in Limburg, vorig jaar, is men in Noord-Nederland al bijna weer vergeten, denkt Kroon. "Maar in Limburg kampen nog veel mensen, bedrijven en organisaties met de gevolgen. Als we in Noord-Nederland soortgelijke buien krijgen - een 'waterbom' volgens Deltares – dan krijgen we hier ook soortgelijke toestanden. Daarom zullen we wellicht ook anders moeten bouwen, bijvoorbeeld nieuwbouw meer op hoogte, zodat wateroverlast niet meteen tot schade leidt. Als de Lelylijn doorgaat, moet die misschien wel op pootjes, zodat het water er onderdoor kan stromen.”
De Friese overheden werken aan het zogeheten handelingsperspectief: wat te doen om overstromingen ten eerste te voorkómen en ten tweede, de gevolgen zoveel mogelijk te beperken. "Komende zomer hopen we hier meer inzicht in te krijgen", aldus dijkgraaf Luzette Kroon.