Anne-Goaitske Breteler en oud-walvisvaarder Rudy Heineman bij een harpoen in het Fries Scheepvaartmuseum in Sneek.
Anne-Goaitske Breteler en oud-walvisvaarder Rudy Heineman bij een harpoen in het Fries Scheepvaartmuseum in Sneek. Foto: Actief Media

Van café De Bûnte Bok naar museum in Sneek

Het begon allemaal met café De Bûnte Bok in Lioessens op de Friese klei. Daar werkte scholiere Anne-Goaitske Breteler een kleine tien jaar geleden af en toe achter de bar. In dat café was een muurschildering, waarop walvisschip 'Willem Barendsz' uit Amsterdam was afgebeeld, omringd door een stuk of vijf kleinere schepen, met op de boeg een harpoengeweer.

Die muurschildering maakte haar nieuwsgierig: waarom werd de walvisjacht uitgebeeld in een café in een klein dorp op de Friese klei? De eerdere uitbater, Jaap van der Wagen, bleek walvisvaarder te zijn geweest op de Willem Barendsz. En na wat doorvragen bleek ook, dat er veel meer jonge mannen uit het noordoosten van Fryslân 'ter walvisvaart' gingen, in de jaren 1946 tot en met voorjaar 1964.

Anne-Goaitske studeerde later in de stad waar de 'Willem Barendsz' en daarna de Willem Barendsz II werden gebouwd: Amsterdam. Haar studie culturele antropologie en publieksgeschiedenis resulteerde in 2018 in het boek: 'De traanjagers. Herinneringen van naoorlogse walvisvaarders'. Dat boek, met diverse vraaggesprekken met oud-walvisvaarders, heeft nu geleid tot de expositie ‘Bloed, zweet en walvistraan’ in het Fries Scheepvaartmuseum in Sneek. Die is door het museum aangevuld met doe-tentoonstelling voor gezinnen, rond een 10 meter lange afbeelding van een blauwe vinvis.

Beide exposities proberen zoveel mogelijk zintuigen aan te spreken: er is van alles te zien, te horen en te voelen. Maar niet te ruiken. Terwijl dat toch een belangrijk kenmerk was van de walvisvaart: de stank van lijken van de walvissen, van het spek en van de traanolie. "As se wer thús kamen, stonken se soms nóch fjirtjin dagen nei walfiskfleis!" weet Anne-Goaitske Breteler.

Zij ontving zaterdag in de expositie de Sneeker Rudy Reineman (78), die vier maal met de Willem Barendsz II uitvoer, van herfst 1960 tot voorjaar 1964. Toen stopte de rederij ermee, omdat de vangsten snel terugliepen. Schip én vangstrechten werden aan Japan verkocht. "Ik bleef daarna nog een tijd op zee werken", vertelt Reineman. Meer vertelt hij in de video die u kunt zien en beluisteren door bijgaande QR-code te scannen.