Jan Lolke Meinema en Aafke Meinema-Meijer luisteren naar muziek en zang van familie, begeleid door master Keimpe. Zie ook het filmpje met de Actief Plus-app.
Jan Lolke Meinema en Aafke Meinema-Meijer luisteren naar muziek en zang van familie, begeleid door master Keimpe. Zie ook het filmpje met de Actief Plus-app. Foto: Actief Media

Muzikale ode voor 'platina' paar Meinema-Meijer

BURGUM - Jan Lolke Meinema (96), opgegroeid in Metslawier en Aafke Meijer (90) uit Aalsum, waren maandag 70 jaar getrouwd. Dit vierden ze thuis in Burgum, waar ze sinds 25 jaar wonen. Omdat ze zorg aan huis krijgen van enkele van hun kinderen, ook in Burgum verblijvend, wonen ze nog zelfstandig in een flatwoning.

De (klein)kinderen hadden samen een lied geschreven voor hun (groot)ouders naar aanleiding van dit 'platina' huwelijksjubileum. Onder begeleiding van 'master Keimpe' van der Meer werd dit lied, op melodie van 'It Dokkumer Lokaaltsje', maandag voor het feestelijk geklede paar ten gehore gebracht.

"Optrede foar in pear dat santich jier troud is, dat hie ik noch noait earder dien!" zei de immer vrolijke Burgumer muziekdocent. Net als burgemeester Jeroen Gebben van Tytsjerksteradiel feliciteerde hij het paar. Dat zat buiten in het zonnetje vlakbij de voordeur op de eerste verdieping van de flat te genieten van alle aandacht, muziek, liedjes en cadeaus: vooral vele bossen bloemen.

Jan Lolke ging als 14-jarige jongen al bij de boeren langs om te melken. Dat gebeurde nog met de hand. "De measte boeren hiene doe seis, sân kij. In inkeling hie der fjirtjin", vertelt Meinema. "Ik molk ek alle sneinen!" Zijn vrouw Aafke vult aan: "Mei fjirtjin kij wiene jo al grutboer! No moatte dat in pearhûndert wêze!"

Ze zagen elkaar voor het eerst in Metslawier en later ook wel in Dokkum, waar jongens en jonge mannen en meisjes en jonge vrouwen elkaar al wandelend in groepjes tegen kwamen. Het paar vestigde zich na het trouwfeest - op 25 mei 1950 - in Oostrum, waar Jan Lolke melker werd. In Oostrum werden de zoons Hette en later Jilles geboren. Na zes jaar kon Jan Lolke het akkerbouwbedrijfje van z'n vader in Metslawier overnemen. Zo staat het in het zelfgeschreven lied van de kinderen: "De kost moast fertsjinne en heit gie op 't lân. En thús hold mem 't sa skjin as de brân." Mem hielp zo nodig ook mee op het land, met de kinderwagen in het zicht.

"Corona ferballet ús feest"

Daarna groeide de familie gestaag: er zijn nu veertien kleinkinderen en vijftien achterkleinkinderen. Die pasten maandag lang niet allemaal op het gangpad in het flatgebouw. Dit schrijven de kinderen in hun lied: "Corona ferballet ús feest mei elkoar. Mar we steane no dochs foar jim doar!"

Het slotrefrein van dat lied luidt: "Want al santich jier tegearre. Nee, dat slaan we grif net oer. En wy tankje no God foar dit grutte gelok fan dit PLATINA houlikspear."