Jack de Boer in zijn schoolklas, met z'n boek voor zich.
Jack de Boer in zijn schoolklas, met z'n boek voor zich. Foto: Ingezonden

Twaalf essays rond een schooljaar in Franeker

FRANEKER - Geïnspireerd door onder andere het boek 'De gelukkige klas' van Theo Thijssen schreef oud-Burgumer onderwijzer Jack de Boer het boek 'De gelukkigste klas. Een schooljaar uit het leven van een onderwijzer'.

Elk van de twaalf hoofdstukken is een essay over actuele, dan wel tijdloze onderwerpen. De hoofdstukken zijn met elkaar verbonden door scènes uit het leven van een onderwijzer in de loop van een schooljaar: van zomervakantie tot zomervakantie.

Het boek suggereert dat het gaat om het 25ste jaar dat De Boer voor de klas staat: eerst tien jaar in Amsterdam en de laatste vijftien jaar aan 'De School', de fictieve naam voor een school voor speciaal onderwijs in Franeker. "It boek is in konstruksje fan in jier foar de klasse, dus sa't it wêze kinnen hie." Ook de vijftien leerlingen die in zijn klas (een 'achtste groep') zitten, zijn gefingeerd.

Vier jaar aan gewerkt

De Boer begon er aan te schrijven in 2016, aan de hand van aantekeningen die hij al zijn hele loopbaan af en toe maakt. "De measte muoite hie ik mei it earste haadstik. Doe't ik dat ien kear klear hie, krige ik ek foar de geast hoe't de rest fan it boek ynelkoar sitte moast. It wie yn ûngefear twa jier yn 't klad klear. Dêrnei haw ik der noch hast twa jier oan skaafd. Foaral troch wer in soad te skrassen."

Om zich verder te bekwamen, volgde De Boer de Schrijversvakschool in Amsterdam. "Auteur Willem Jan Otten wie myn begelieder." Mede dankzij Otten kreeg De Boer een introductie bij uitgeverij Van Oorschot in Amsterdam, de uitgever van 'De gelukkigste klas'. "It is in literêre útjouwerij, mei in protte foaroansteande skriuwers yn harren fûns. It is in foarrjocht dêr no by te hearren."

De schrijver behandelt in één van de essays de prestatiedruk in het onderwijs (en de maatschappij) en de nadelige effecten daarvan. Een ander essay heet 'De omkering': "De learkrêft leart fan de learling, de 'perfekten' leare fan de 'ymperfekten’, ‘âlders leare fan harren bern’", vat hij het kort samen.

In het boek bespreekt De Boer ook de waarde van het toetsen van de schoolprestaties. Hij relativeert die waarde, want de cijfers die de toetsen opleveren, zijn relatief en laten veel buiten beschouwing. Hij laat zien hoe complex het vak is en hoe moeilijk het soms is de leerlingen te bereiken. "De learkrêft stiet bytiden it leechste yn rang fan alle 'influencers' dy't de skoalbern beynfloedzje", vindt De Boer. De uitdaging is kinderen ‘in beweging’ te krijgen. Ze moeten durven dromen en schoolgaan zou het dromen moeten aanwakkeren.

Zijn vier jaar schrijven en schaven heeft een uitstekend leesbaar, af en toe poëtisch boek opgeleverd. Daarin gaat De Boer 'wereldproblemen' als het lot van ontheemden niet uit de weg, onder andere aan de hand van een spannend beschreven zoektocht in de duinen bij Hoek van Holland naar een 'ondergedoken' asielzoekersgezin.

De Boer denkt na over een volgend boek, ook in essayïstische stijl, met het onderwijs als een soort spiegel van de maatschappij. "Dizze foarm leit my no it bêst."