"Iedereen moet zich veilig voelen in Drachten"
DRACHTEN - Voor burgemeester Jan Rijpstra van de gemeente Smallingerland is de maat vol. Het moet over zijn met de geweldsdelicten in het centrum van Drachten. Met een aanwijsbesluit voor een veiligheidsrisicogebied in het centrum van Drachten, een messenverbod en een pilot met bodycams trekt hij ten strijde tegen overlastplegers.
Sinds gisteren zijn de Noorderbuurt, Houtlaan, Noorderdwarsvaart, Zuiderdwarsvaart, Berglaan, Museumplein en Zuiderbuurt officieel een veiligheidsrisicogebied. Wanneer er een aanleiding voor is mag de politie in dit gebied preventief fouilleren. Voor de periode van een jaar geldt hier ook een messenverbod. Iedere dag van 21.00 tot 7.00 uur is het verboden om messen of voorwerpen die als steekwapens kunnen worden gebruikt bij zich te dragen. Het gaat hier ook om voorwerpen die niet onder de illegale wapens vallen zoals stanleymessen, scheermessen, schroevendraaier, metalen nagelvijl, Zwitserse messen et cetera.
Aanleiding voor het besluit zijn diverse geweldsdelicten in het centrum van Drachten, waaronder het steekincident dat leidde tot de tragische dood van de 16-jarige Roan Brilstra. Burgemeester Rijpstra wil dan ook een duidelijk signaal afgeven."Je hebt een mes niet nodig. Je hebt een steekwapen niet nodig, net zoals je een pistool ook niet nodig hebt. Daar treden wij gewoon hard tegen op." Volgens de burgemeester moet iedereen zich veilig kunnen voelen in Drachten. "Het is belangrijk dat wij hier veilig en gezellig met elkaar uit kunnen gaan en dat mensen ook het gevoel hebben dat er geen gekke dingen kunnen gebeuren."
Op 4 september start de gemeente Smallingerland een proef met bodycams. Gedurende drie maanden wordt nagegaan of de draagbare camera's de veiligheid en het veiligheidsgevoel vergroten van de handhavers. Na de evaluatie van de pilot besluit de gemeente of de bodycam definitief wordt ingevoerd. De camera staat standaard op stand-by. In deze stand filmt de camera en registreert geluid, maar de beelden worden niet opgeslagen. Als er niks aan de hand is, worden deze beelden telkens overschreven. Als een handhaver zich onveilig voelt, kan hij of zij de camera aanzetten.