De dagpauwoog stond in Friesland op nummer 2.
De dagpauwoog stond in Friesland op nummer 2. Foto: Vlinderstichting

In Noorden minder droog, daardoor meer vlinders dan ten zuiden van de rivieren

UTRECHT - Van 4 tot en met 26 juli 2020 organiseerde De Vlinderstichting voor de 12e keer de tuinvlindertelling. Dankzij deze telling weet De Vlinderstichting welke vlinders er in de zomer in tuinen rondvliegen. Met die informatie kunnen vlinders beter worden beschermd.

Alle waarnemingen werden gemeld via www.vlindermee.nl. In Friesland werden zo'n 1000 tellingen gedaan in 300 tuinen. Landelijk werden bijna 14.000 tellingen doorgegeven, in ruim 4.500 tuinen.

Koploper in Friesland: atalanta

De landelijke nummer 1 was al heel snel duidelijk: de atalanta. Deze relatief grote, oranje met zwarte vlinder was behoorlijk talrijk in 2020. Hij werd in 83% van de tuinen waargenomen. Ook in Friesland stond deze vlinder op nummer 1. De dagpauwoog werd tweede. Het klein koolwitje werd landelijk derde. Bekijk alle resultaten op www.vlinderstichting.nl/vlindermee/resultaten

Veel vlinders in het noorden

Opvallend: in de noordelijke provincies werden veel meer vlinders geteld dan onder de rivieren. Van alle atalanta’s die geteld werden, werd maar liefst 79% boven de rivieren waargenomen. En voor de dagpauwoog was dat effect nog sterker: 84% van het totaal werd in Noord- en midden-Nederland gezien. “Vlinders hebben nog steeds last van de droogte van de afgelopen jaren”, vertelt een woordvoerder. "In de noordelijke provincies is het een beetje koeler en viel net iets meer regen.”