"It Eibertshiem wol mear kringlooplânbou"
EARNEWALD / BOAZUM / en elders in Friesland - Stichting It Eibertshiem viert dit jaar het veertigjarig bestaan. De stichting bouwt zelf geen ooievaarsnesten meer, maar ringt nog wel de jonge ooievaars zoveel mogelijk. Bovendien wil de stichting boeren financieel stimuleren om over te stappen op kringlooplandbouw. "Dêr hawwe greidefûgels én earrebarren (of eiberts) baat by", zegt voorzitter Haye Folkertsma van It Eibertshiem.
De stichting begon mei 1980 met één 'ooievaarsdorp' bij Earnewâld. Na tien jaar waren er slechts 14 jonge ooievaars grootgebracht. Maar de aanhouder wint: na twintig jaar waren er ruim 200 jongen groot en de laatste tien jaar kwamen daar nog eens 230 bij. Vorig jaar waren er in Earnewâld 24 nesten en werden er 48 jongen groot. In de eerste twintig jaar bleven de ooievaars rond Earnewâld hangen, maar daarna kwam de verspreiding goed op gang.
Beetsterzwaag is het meest succesvolle voorbeeld. In 1997 vestigde zich hier het eerste paartje. In de tien jaar daarop werden hier 85 jongen groot. Afgelopen jaar waren er vijftig nesten en werden zeventig jongen groot. De laatste tien jaar werden er gemiddeld vijftig jongen per jaar groot.
Er broeden ook ooievaars in de 'buitenstatons' Akmarijp en Spanga en 'spontaan' in plaatsen als Buitenpost, Veenklooster, Kollum, Rottevalle, Drachten, Hemrik en Opeinde en bij diverse dorpen elders in Friesland. Maar voorzitter Folkertsma is niet tevreden. Hij wil met zijn stichting de 'kringlooplandbouw' stimuleren. De monocultuur met veel raaigras heeft weliswaar soms veel muizen tot gevolg gehad - gunstig voor ooievaars - "maar giet ten koste fan de greidefûgels. Dêrom wol It Eibertshiem mei yngong fan dit jier partikuliere en agraryske inisjativen (mei)finansiere, as se liede ta grutter bioferskaat."