WoonFriesland tegen verhuurderheffing

GROU - Ook sociaal verhuurbedrijf WoonFriesland maakt officieel bezwaar bij het Rijk tegen de verhuurderheffing. Voor het sociaal verhuurbedrijf komt de heffing in 2019 neer op 11,1 miljoen euro. WoonFriesland zet dit geld liever in voor goede en betaalbare woningen voor haar huurders.

De verhuurderheffing is in 2013 ingevoerd om de crisis in de overheidsfinanciën op te lossen. Maar die financiën zijn inmiddels op orde. Intussen is er een andere crisis: op de woningmarkt. De woningnood neemt toe en de kosten voor huisvesting stijgen. Als sociaal verhuurbedrijf met focus op huurders met een smalle beurs voelt WoonFriesland de urgentie. Sigrid Hoekstra, directeur-bestuurder van WoonFriesland: "We investeren fors in onderhoud, verduurzaming, kwaliteitsverbetering, nieuwbouw en leefbaarheid. In 2018 ging het om 110 miljoen, in 2019 om 102 miljoen en volgend jaar om 94 miljoen euro. Maar we zouden meer willen doen, zeker in nieuwbouw en verduurzaming van ons bestaand bezit. We vinden het dan ook onredelijk dat de verhuurderheffing het geld wegtrekt van de plek waar we het het hardst nodig hebben. De huurder is hiervan de dupe daarom kunnen we ook beter spreken van huurdersheffing."

Door de verhuurderheffing gaat meer dan een maand huur per huurder naar het ministerie. WoonFriesland is principieel tegen de heffing. "We kunnen en willen dit bedrag veel zinvoller inzetten", aldus Sigrid Hoekstra. "Voor 11,1 miljoen kunnen we jaarlijks ruim 60 extra nieuwbouwwoningen bouwen, of bij zo'n 450 huizen extra kwaliteitsverbeteringen doorvoeren. Dan komt dit geld echt ten goede aan onze huurders. Nu niet."