De eerste van deze kaarten werd beschreven op 11 september 1919 en verstuurd door Jan, naar zijn geliefde in Roodkerk.
De eerste van deze kaarten werd beschreven op 11 september 1919 en verstuurd door Jan, naar zijn geliefde in Roodkerk. Foto: Ingezonden

Een klein gebaar: ook 100 jaar geleden al een gezonde basis

FEANWALDEN - Op 11 september 1919 schreef Jan de Vries vanuit Laren een kaartje aan zijn vriendin, om te vertellen hoe het ging. Het is een voorbeeld dat laat zien dat door de jaren heen de manier van communiceren is veranderd - van telegram, ansichtkaart, telefoon tot sms en whatsapp - maar dat elkaar berichtjes sturen van alle tijden is.

Door: Gert Willem Bonnema

Mijn beppe IJbeltje van der Bij-de Vries, geboren in Gytsjerk op 29 maart 1923, was een groot verzamelaar van ansichtkaarten. De grootste verzameling was haar collectie van circa 1500 kerkkaarten. Daarnaast spaarde ze allerlei nostalgiekaarten. Bij de meeste kaarten kon beppe over de herkomst vertellen. Ze vertelde vaak vol enthousiasme hoe ze aan de kaart was gekomen. Op 20 januari 2014 is beppe op de hoge leeftijd van 90 jaar overleden te Oentsjerk.

Nostalgie uit 1919

Uit haar nalatenschap heb ik het album met oude nostalgiekaarten mogen ontvangen. In dit album zaten een zestal ansichtkaarten uit de periode 1919 van haar vader, mijn overgrootvader, Jan de Vries (geboren op 27-2-1898 te Suwald, overleden te Oentsjerk op 25-1-1977). In zijn verkeringstijd schreef hij deze kaarten aan mijn overgrootmoeder Rinske Gras (geboren te Rijperkerk op 1-2-1896, overleden te Oentsjerk op 14-6-1982).

De zes ansichtkaarten hebben allen een afbeelding van een paard met een soldaat van het rode kruis, allen in een andere opstelling. De kaarten zijn een serie, genummerd op voorzijde 1van6 tot en met 6van6. De kaarten zijn grotendeels zwart-wit, waarbij het soldatenpak blauw en het kruisje van het rode kruist rood is gekleurd.

In 1919 was Nederland in mobilisatie, waarbij alle troepen paraat waren. Overgrootvader Jan de Vries was dienstplichtig. In Laren was hij in deze periode ingekwartierd bij de geneeskundige troepen van het Rode Kruis. Hij was hier in opleiding. Vanuit hier schreef hij ansichtkaarten aan Rinske Gras, zijn toekomstige vrouw. Van de zes ansichtkaarten, (zie afbeelding) zijn vier kaarten beschreven.

Op 11 september 1919, nu 100 jaar geleden, schrijft Jan de Vries op de eerste kaart:
Geachte vriendin, Hiermede even een kaartje en wel als dat ik goed en wel wederom ben gearriveerd, en heb een goede reis gehad. Anders weet ik geen bijzonders. Zondag ga ik wel even weer een brief schrijven bij gezondheid. Het is hier echt warm weer. Maar ik heb niets te doen dat het let mij niet veel. Nu verder vele hartelijke groeten en alles wat wenselijk is. Uw Jan. In kleine lettertjes schrijft hij op de kaart: Bewaar deze kaart.

Mijn oud-tante Anne Pranger-de Vries, de zus van mijn beppe IJbeltje, vraag ik naar de achtergrond van deze periode. Zij vertelt dat haar moeder Rinske Gras, in die tijd dienstmeid was bij Johannes en Joukje Meindertsma aan de Bosweg te Roodkerk. Ze verdiende circa 60 gulden per jaar, met vrije kost en inwoning. Haar verkering Jan was inwonend boerenknecht bij de familie Elzinga in hetzelfde dorp.

Jan beschreef vanuit Laren vier van de zes ansichtkaarten aan Rinske Gras, in een periode van twee weken. Op de ansichten staat met mooie sierlijke letters, veelal de boodschap dat het goed met hem ging, of dat het mooi en warm weer was. Op één van de kaarten schrijft hij ook dat hij naar Amsterdam afreist, naar de kazerne aan de Oranje Nassaulaan, voor zijn opleiding.

Op 20 mei 1922 trouwen Jan de Vries en Rinske Gras in Tytjerkstradiel. Ze gaan wonen op de Gytsjerksterhoek in Gytsjerk, beginnen met één koe hun eigen boerderij en krijgen vier kinderen.