Pedagogisch medewerker in hart en nieren
DOKKUM - Sita Wedzinga en Wietske van der Woude zorgen al vijf jaar voor een veilige omgeving bij Alderleafste Kinderopvang in Dokkum. "Ouders laten hun kinderen, hun goud, achter bij ons en verwachten dat hun kind minimaal dezelfde behandeling als thuis krijgt. Dat geeft mij een heel goed gevoel", vertelt Wietske.
"Soms zijn er kinderen die bijvoorbeeld een slechte dag hebben gehad op school. Dan probeer ik erachter te komen wat er aan de hand is om het probleem in een ander daglicht te kunnen zien. Op deze manier kan ik de kinderen snel weer opvrolijken", legt Wietske uit. Maar het leven van een pedagogisch medewerker bestaat niet alleen uit kinderen opvrolijken en met ze spelen. Je moet zorgen dat elk kind zich geliefd en welkom voelt en liefde voor elk kind ontwikkelen. Daarnaast moet je de ontwikkelingsfases van kinderen kunnen herkennen, en daar op inspelen wanneer er iets niet in orde is. "Je doel zou moeten zijn dat elk kind, elke ouder en elke collega met een fantastisch gevoel naar huis gaat 's avonds wanneer jij die dag hebt gewerkt", vindt Sita.
Daarnaast moet je de boel schoonhouden en letten op de hygiëne. Je zorgt dat de handjes van de kinderen schoon blijven en dat ze een schone luier krijgen wanneer dat nodig is. Je moet goed op de bacillen letten en zorgen voor gezonde voeding voor de kinderen. Ook creativiteit speelt een rol bij een pedagogisch medewerker. Je moet met de kinderen knutselen en knutselwerkjes bedenken voor bijvoorbeeld Moederdag of Vaderdag. Daarnaast dien je over een empathisch vermogen te beschikken om je in te leven in de belevingswereld van kinderen. In grote lijnen ziet een dag in een kinderopvang er hetzelfde uit. "De kinderen komen 's ochtends binnen en dan heb je eerst contact met de ouders. Hoe het met de kinderen gaat en of er nog bijzonderheden zijn. Deze bijzonderheden schrijven wij dan in de map voor de collega's die later op een dag beginnen. Rond half tien hebben we de 'fruitactiviteit' aan tafel en krijgen de kinderen allemaal een bakje met fruit. Hier leren zij geduld door te krijgen want je kunt niet allemaal tegelijk een bakje fruit krijgen. Tijdens de 'fruitactiviteit' lezen we boekjes, zingen we liedjes en praten we met de kinderen. We zorgen dat ieder kind individuele aandacht krijgt, want zo wordt het kind ook gehoord. Daarna gaan de kinderen spelen. 's Middags rond twaalf uur krijgen ze brood. Na de lunch gaan de kleinsten naar bed om te slapen en spelen de wat grotere kinderen vrolijk door. Rond 15.00 uur is het derde moment om aan tafel te gaan en krijgen ze allemaal een cracker of beschuitje. En dan spelen en knutselen de kinderen tot ze opgehaald worden. Dus eigenlijk heb je drie vaste momenten over de dag. Als je hele drukke kinderen hebt op een dag heb je een andere structuur nodig", legt Sita uit.
"Kinderen worden eigenlijk heel sociaal van een kinderopvang", vindt Wietske. "Tot een bepaalde leeftijd spelen kinderen niet met elkaar en spelen ze naast elkaar. Maar op een gegeven moment kun je zien, dat er iets in hun ontwikkeling verandert, en dan willen ze met elkaar spelen. Als ze met elkaar willen spelen, moeten ze ook leren om te delen. Dat is maar heel simpel, maar verspreid over een dag zijn dat leermomenten voor kinderen."