Het gebouw van de rechtbank in Leeuwarden, vrijdagmiddag.
Het gebouw van de rechtbank in Leeuwarden, vrijdagmiddag. Foto: Actief Media

Zaak Van Seggeren: '20 jaar cel' versus 'vrijspraak'

LEEUWARDEN - De verdachte van (betrokkenheid bij) de moord op Tjeerd van Seggeren in de nacht van 8 op 9 juli 2017 moet twintig jaar celstraf krijgen. Ook moet ze nabestaanden opgeteld ongeveer één miljoen euro schadevergoeding betalen, vindt Officier van Justitie Henk Mous.

Door Gerrit van der Meer

Mous noemt de wijze waarop zij haar echtgenoot Tjeerd van Seggeren naar een weiland aan de Bûterwei bij De Westereen "heeft gelokt" een vorm van "doortraptheid van deze 'femme fatale'." De rechtbank trok vorige week woensdag, donderdag en vrijdag uit voor de zitting.

Henk Mous: "Er blijft meer één scenario over"

De Officier van Justitie erkent dat het een lastige zaak is, vooral omdat het moordwapen ontbreekt. "Maar we hebben verschillende scenario's bekeken en onze conclusie is, dat er maar één scenario overblijft: de verdachte heeft haar man naar de bewuste plek gelokt en hem daar laten doden." Mous gaat uit van het laatste, "gelet op het grote verschil in postuur tussen de verdachte en slachtoffer Tjeerd van Seggeren, die een man was van 1,90 meter."

Het Openbaar Ministerie baseert dit 'scenario' vooral op gegevens van de mobiele telefoons van de verdachte en van Tjeerd van Seggeren. 's Avonds tussen 22:39 en 00.22 uur zou zij zeker zestien maal telefonisch contact hebben geprobeerd te maken met haar man, dan wel met een vriend, die samen naar het Freeze Forze Beach Fest in de Westereen waren gegaan.
Op basis van de Google Timeline-gegevens concludeert Mous dat verdachte en slachtoffer elkaar gezien moeten hebben, rond half één 's nachts. Ook stelt Mous dat de verdachte 14 minuten voor één 's nachts haar telefoon heeft uitgezet en daarna via een omweg naar huis is gereden. Volgens hem heeft ze toen degene die haar heeft geholpen haar man te vermoorden, afgezet bij Bootsma's Poel.

Mobiele telefoons als hoofdgetuigen

Lijnrecht tegenover het pleidooi van de Officier staat het betoog van de advocaat van de verdachte, Brian de Pree. Hij vraagt vrijspraak van de rechtbank, omdat er geen "wettig en overtuigend bewijs" is.
Alles wat het OM betoogt is achteraf bedacht. Er zijn veel meer scenario's mogelijk dan het ene van het OM!"

De Pree vindt dit niet voor de hand liggend. Volgens hem is niet op basis van vage camerabeelden te zeggen, welke route ze heeft gereden. "In het donker bleek het zicht niet meer te zijn dan 19,1 meter. Er is dus niet waterdicht aan te tonen dat de auto die op de camera's staat, de zilvergrijze Mercedes was waarin de verdachte reed."

De mobiele telefoon van de verdachte is niet bewust om 00.46 uur uitgezet. "Zij zegt: 'Het scherm was zwart' en dat heeft wellicht de associatie opgeroepen dat de batterij leeg was."

Dat er DNA van de verdachte op de kleding en op het lichaam van het slachtoffer was gevonden, toont niet aan dat zij de dader is, vindt De Pree. "Zij waren een echtpaar, ze vertelt dat ze 's ochtends nog tweemaal sex hebben gehad en dat ze hem bij wijze van spel de onderbroek heeft aangetrokken." Het Nederlands Forensisch Instituut constateert, dat niet aantoonbaar is hoe oud de betreffende DNA-sporen zijn, mekt De Pree op.
Dat er maar één scenario mogelijk is, zoals het OM stelt, bestrijdt De Pree. Daar staat volgens Officier van Justitie Henk Mous tegenover, dat op de kleding en het
lichaam van het slachtoffer geen ander DNA gevonden is dan van de verdachte.

Henk Mous blijft er bij dat er een medepleger moet zijn geweest, omdat de verdachte veel kleiner is dan het slachtoffer, die 1,90 meter lang was. De Pree merkt op dat het OM niet kan bewijzen of die medepleger er was en zo ja, wie dit dan geweest moet zijn. De betrokkenheid van de moeder, dan wel een oom van de verdachte, is evenmin aangetoond, merkt De Pree op.

Het kan haast niet
anders, of er volgt
hoger beroep

De uitspraak van de rechtbank is vrijdag 11 juli. Gelet op het grote verschil in de betogen van Officier van Justitie en van advocaat Brian de Pree, kan het na de uitspraak van de rechtbank bijna niet anders, of één van beide partijen of allebei gaan straks in hoger beroep.