Vanuit de AgroAgenda wordt nu op korte termijn, samen met LNV, gezocht naar experimenteermogelijkheden voor de bouw van een emissiearme stal waar gewerkt wordt met vaste mest.
Vanuit de AgroAgenda wordt nu op korte termijn, samen met LNV, gezocht naar experimenteermogelijkheden voor de bouw van een emissiearme stal waar gewerkt wordt met vaste mest. Foto: Pixabay

Ambitieuze streefwaarden voor voedselkwaliteit in 2030

GRONINGEN - Op vrijdag 29 maart kwamen landbouwondernemers, ketenpartijen, LTO, AJK's, NGO's, kennisinstellingen en overheden in de Martinikerk in Groningen bij elkaar om concrete stappen te zetten in de realisatie van het Kwaliteitsbeeld 2030.

Het Kwaliteitsbeeld is hét baken op weg naar Top Voedsel uit een Rijk Landschap. Alle partijen werken samen aan doelen zoals vitale bedrijven, vitale natuur, verbonden met de samenleving, schone lucht, schoon water en een gezonde bodem. Bij deze doelen zijn concrete, ambitieuze streefwaarden benoemd. Rob van Brouwershaven, directeur bij het Ministerie van LNV, zei dat dit ministerie de boeren weer de teugels in handen wil geven. Hij sloot af met de woorden dat Noord-Nederland als proeftuin wordt gezien bij de realisatie van de visie van LNV 'Waardevol en Verbonden'. Aan concrete projecten zal hij medewerkers van LNV koppelen om te helpen bij de uitvoering en waar nodig ruimte in regels te zoeken.

Tijdens de bijeenkomst werd gewerkt aan acties op negen onderwerpen. Zo werd bij het onderwerp toekomstbestendige bedrijven besproken hoe jongeren die niet uit de landbouw komen, boer kunnen worden. Onderwerpen als gezond voedsel, gebiedsgerichte aanpak, belonen voor presteren en klimaatkansen kwamen aan de orde.

Weidevogelbedrijven dragen bij aan biodiversiteit en waardering door de omgeving, maar lopen tegelijk aan tegen belemmeringen. Zo is vaste mest goed voor weidevogels, maar is de bouw van een stal met vaste mest niet toegestaan in de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Vanuit de AgroAgenda wordt op korte termijn, samen met LNV, gezocht naar experimenteermogelijkheden voor de bouw van een emissiearme stal waar gewerkt wordt met vaste mest. Daarnaast wordt door Cosun en Gasunie gewerkt aan een 'businesscase' om nevenstromen tot waarde te brengen. In deze nevenstromen zit nog veel suiker en eiwit. Als dit uit de biomassa is gehaald kan het restmateriaal nog vergist worden. Een laatste voorbeeld is het verbeteren van de verbinding tussen onderwijs en praktijk. Drie scholen leveren op korte termijn een plan, om van een adviseur een docent te maken, of van een docent een adviseur.