Waterschapsdebat (vervolg van voorpagina)

Vervolg van voorpagina: het verkiezingsdebat bij Omrop Fryslân in het radioprogramma 'Buro de Vries', afgelopen zondag.

Bram Bonnema (FNP): "De fersmoarger betellet, dat stiet by ús ek foarop."

Bé de Winter (CDA): "Wetterfeiligens, dêr hat elkenien belang by. Dus allegearre meibetelje!"

Gerda Bos (VVD) was het helemaal eens met stelling 2: bij droogte het water eerst naar de landbouw. "Ja, by kapitaalyntensive situaasjes moat dat. Punt. Gjin diskusje mooglik!" Volgens haar kan de natuur zich over het algemeen goed herstellen van droogte.
Haar opponent Bram Bonnema (FNP): "Diskusje is altyd mooglik. In natoergebiet as it Fochtelerfean hat in soad te lijen fan de drûchte en sil dêr miskien net mear boppe-op komme!"

In de toekomst moet het waterpeil veel hoger, volgens Bonnema. De akkerbouw kan gaan experimenteren met 'zilte' landbouwprodukten, zei hij naar aanleiding van stelling 3 over het bestrijden van verzilting. "Ditsoarte produkten kin op termyn gaadlik wêze foar de eksport. Want in hiel soad delta's yn de wrâld hawwe dit probleem." Hij kreeg bijval van Henni van Asten (PvdA).

De scherpste tegenstelling ontstond bij stelling 4: "Biologysk buorkjende boeren moatte minder wetterskipsbelesting betelje." Aanvankelijk gingen Bé de Winter (CDA) en Suzanne van Wylick (Partij voor de Dieren) hierover met elkaar in debat. De Winter ziet er niks in: "It wetterskip docht syn wurke foar alle soarten boeren. Dus moatte se allegearre itselde betelje."

Van Wylick: "De gangbare landbouw gebruikt veel meer chemicaliën. Die lozen allemaal op het oppervlaktewater. Het zuiveren kost ontzettend veel geld. Biologische boeren gebruiken zo weinig mogelijk chemicaliën. Die hebben juist minder impact op het milieu. Dat moeten we als overheden onderkennen."

De Winter vreest dat als er onderscheid moet worden gemaakt tussen meer en minder vervuilende vormen van landbouw, de administratieve rompslomp te groot wordt. Jan Dogterom (50Plus) gaf een wending aan de stelling: "De industriële landbouw moet meer gaan betalen en de biologische landbouw hetzelfde."

De scherpste tegenstelling ontstond bij stelling 4: "Biologysk buorkjende boeren moatte minder wetterskipsbelesting betelje." Aanvankelijk gingen Bé de Winter (CDA) en Suzanne van Wylick (Partij voor de Dieren) hierover met elkaar in debat. De Winter zag er niks in: "It wetterskip docht syn wurke foar alle soarten boeren. Dus moatte se allegearre itselde betelje."

Van Wylick: "De gangbare landbouw gebruikt veel meer chemicaliën. Die lozen allemaal op het oppervlaktewater. Het zuiveren kost ontzettend veel geld. Biologische boeren gebruiken zo weinig mogelijk chemicaliën. Die hebben juist minder impact op het milieu. Dat moeten we als overheden onderkennen."

De Winter vreest dat als er onderscheid moet worden gemaakt tussen meer en minder vervuilende vormen van landbouw, de administratieve rompslomp te groot wordt. Jan Dogterom (50Plus) gaf een wending aan de stelling: "De industriële landbouw moet meer gaan betalen en de biologische landbouw hetzelfde."