De Lawei niet in hoger beroep

DRACHTEN - De Lawei heeft besloten geen hoger beroep in te stellen op het eindvonnis van 7 juli van de Raad van Arbitrage voor de bouw. Dit besluit is genomen na intern beraad en op basis van opinies van twee specialisten.

De beroepstermijn liep tot 7 oktober. Hoewel De Lawei het niet eens is met het vonnis, acht het Lawei-bestuur de kansen in een hoger beroep beperkt en de financiële risico's daarvan te groot.

Het geschil tussen De Lawei en Van Norel ging over de vraag of Van Norel terecht of onterecht van de bouw is afgehaald. Het Lawei-bestuur is van mening van wel. Hoewel de Raad van Arbitrage Van Norel in het gelijk stelde, komt in het vonnis de aanleiding voor de ontbinding - namelijk dat volgens De Lawei de kwaliteit van het werk en de brandveiligheid in het geding waren - maar summier aan bod, vindt het Lawei-bestuur.

De Raad van Arbitrage oordeelde dat er sprake was van een opzegging van de aannemingsovereenkomst. De Lawei: "Er is ingegrepen in de bouw omdat er een veilig en goed gebouw moest komen, waar ook in de verre toekomst kunst en cultuur op een zo hoog mogelijk niveau aangeboden kunnen worden. Dat gebouw is er nu en De Lawei is trots op het resultaat."

De Lawei "realiseert zich terdege dat de verbouwing en het gelopen proces de gemoederen behoorlijk hebben bezig gehouden. Tegelijkertijd is het goed om ook en vooral vooruit te kijken. De Lawei is ook voor de komende generaties de ontmoetingsplek, huiskamer van Drachten én aanjager van cultuur."