“Eten is fijn, maar ik denk aan mijn hongerende kinderen”
Nieuws“Eten is fijn, maar ik denk aan mijn hongerende kinderen”: De drie bezoekers eten samen met de familie waar ze te gast zijn. (Foto: Klaas Rozema)
Drachtster stichting Imena Foundation heeft nú 10.000 nodig voor Zambiaans bezoek
“Eten is fijn, maar ik denk aan mijn hongerende kinderen”
DRACHTEN – Eindelijk kunnen ze weer eten. Drie Afrikanen zijn op bezoek bij de Drachtster familie De Wilde, hun samenwerkingspartners voor de bouw van een school in hun dorp. Tegelijkertijd doet elke hap pijn. “Dan denk ik aan mijn kinderen, die honger lijden.”
De gezichten staan ernstig. Het eerste bezoek aan de westerse wereld is confronterend. De overvloed, de verspilling: de Afrikanen kunnen er niet bij. Fysiek voelen ze zich misschien wat beter na twee weken in Nederland, emotioneel is het een zware kluif.
Niet verwonderlijk: hun gezinnen en dorpsgenoten in het Zambiaanse dorp Kapeya lijden ernstig honger. Hun gebied gaat gebukt onder droogte, met als gevolg een zeer slechte oogst. “Normaal is de nieuwe oogst zo’n beetje klaar als die van vorig jaar op is”, weet Margriet de Wilde van de Drachtster stichting Imena Foundation, die zich inzet voor onderwijs, schoon drinkwater en medische voorzieningen in Afrika. “Maar nu is de voedselvoorraad op, en het heeft al lange tijd niet geregend.”
Decennialang konden de Zambianen rekenen op een jaarlijks regenseizoen. Omdat er geen mogelijkheden zijn om het water op te slaan, kon de bevolking alleen in dat seizoen gewassen verbouwen. Maar de afgelopen vier jaar bleef het vertrouwde ritme van droogte en regen uit, wellicht een gevolg van de klimaatverandering. De regenbuien duurden korter of kwamen op onverwachte momenten, zodat de bevolking er niet klaar voor was. Jaar na jaar viel de oogst tegen, en nu is de voedselvoorraad echt op.
Overheidshulp niet zeker
De gevolgen zijn dramatisch. Kinderen en volwassenen worden ziek door ondervoeding, sterven. Volwassenen gaan de bossen in om wortels van gewassen te plukken en kinderen doen dat na. “Maar zij weten niet welke wortels ze wel en niet kunnen eten”, zegt Felix Nyoni, onderwijzer in Kapeya en plaatselijke contactpersoon van Imena Foundation, in het Engels. “Sommige zijn giftig.” Het is maar de vraag of de Zambiaanse overheid komt helpen, weet Felix. “Misschien geven ze wel prioriteit aan een ander dorp. Daar hebben we geen controle over.” De Afrikanen zijn blij dat er in ieder geval nog een watertappunt is in het dorp, bij de huidige school van Kapeya.
Felix, die samen met schooldirecteur Simon Phiri en vrouw van de ‘chief’ Clara Nkhonjela naar Nederland kwam op uitnodiging van Imena Foundation, is dankbaar voor het eten dat ze hier krijgen. “Maar elke keer als wij eten, denk ik: ‘Ik wou dat mijn kinderen ook te eten hadden’. Soms is eten dan niet zo fijn, het is een gevecht.”
Het bezoek van de Afrikanen staat in het teken van de bouw van goede scholen in hun dorp, Kapeya, en in buurdorp Moyo. De alarmerende situatie in het thuisland drukt echter een zware stempel op het bezoek. “We zamelen nog steeds geld in voor de scholenbouw, maar de honger heeft prioriteit”, zegt Margriet. Een gesponsorde zangmarathon die morgen (donderdag 19 december) op drie Drachtster scholen wordt gehouden, is nog altijd bedoeld voor de bouw van de scholen. Het Ambyld, De Parel en Sjalom zingen de Afrikaanse bezoekers toe en hopen zo een mooi bedrag bij elkaar te krijgen.
Het scholenproject, genaamd ‘Leer armoede een lesje’, is belangrijk, benadrukt Margriet. Door lage scholing blijft de bevolking in beide dorpen namelijk straatarm. In Kapeya gaan 580 kinderen naar school, maar er zijn slechts vier klaslokalen. De rest moet buiten zitten. Leerkrachten hebben vaak niet eens hun havodiploma en er is geen geschikt lesmateriaal. Door dat te veranderen, hoopt Imena Foundation de armoedecirkel te doorbreken.
“Nú!”
Maar tegelijkertijd is er dus dat andere, grote, hongerprobleem. “Er moet nú iets gebeuren, en daarom hebben we naast de zangmarathon nog een missie: we hebben onmiddelijk tienduizend euro nodig, zodat Felix, Simon en Clara maïs kunnen kopen in het noordelijke deel van Zambia”, zegt Margriet. “Daar is de oogst namelijk wel gelukt. Van de maïs kan de plaatselijke bevolking pap maken. Samen met bruine bonen geeft dat energie voor de dag.”
Daarnaast wil Margriet zorgen voor een wateropslagmogelijkheid in het Zambiaanse dorp. “Zodat ze niet meer alleen afhankelijk zijn van de regenval van dat moment.”
Imena Foundation kan dit alles niet alleen, benadrukt ze. “We moeten de mensen vertellen dat we hulp nodig hebben, dat we iets moeten doen!”, zegt ze vanuit het hart. Want pas als de hongersnood voorbij is, kan Kapeya werken aan een betere toekomst. Eten is de grootste motivator voor kinderen om naar school te komen. “Normaal krijgen kinderen daar hun eerste maaltijd”, zegt Felix. Ook deze voorziening maakte Imena Foundation mogelijk. “De kinderen komen van ver en lopen blootsvoets naar school, zonder te hebben gegeten. Nu, met de hongersnood, is er ook op school geen voedsel. Als er honger is, is er geen hoop.” Margriet: “We móeten iets doen.”