Harkema vraagt veiliger kruising met Betonwei
Algemeen
HARKEMA - De laatste twee jaar zijn er minimaal zes ongevallen met letsel geweest op de kruising van de Betonwei (N369) met de Reitsmastrjitte in Harkema: drie in 2019 én drie in 2020. Dit betekent wellicht dat de kruising veiliger gemaakt moet worden. Dat vinden althans Plaatselijk Belang Harkema, de raadsfractie van de FNP in Achtkarspelen en de statenfractie van de FNP in de provincie Fryslân.
De kruising is een paar jaar geleden aangepast: de op- en afritten zijn sterk ingekort. Dit leidt regelmatig tot opstoppingen, volgens Plaatselijk Belang Harkema. Omdat er meerdere wegen samen komen op deze kruising, is deze tamelijk onoverzichtelijk, vindt voorzitter André Weening van Plaatselijk Belang.
FNP-statenlid Wopke Veenstra (ook inwoner van Harkema) is het daarmee eens. “It soe feiliger wêze as der in ovonde- of rotonde-achtige oplossing komt, of in bajonet-krusing”, denkt Veenstra. (Een ovonde is een ovaalvormige rotonde; redactie).
Daar komt bij dat bijvoorbeeld bij Rottevalle de kruising wel veiliger wordt, hoewel beide mannen sterk de indruk hebben dat het daar minder druk is dan bij Harkema. “De provinsje hat jierrenlang wegere om hjir in rotonde- of ovonde-achtige oplossing te meitsjen. Mar as it by Rottefalle wol kin, dan kin it hjir ek”, denken Weening en Veenstra.
Het belangrijkste is dat de snelheid van het autoverkeer op de Betonwei wordt verminderd, stelt Weening. “Want it docht bliken dat it krusend ferkear de snelheid fan de auto’s op de Betonwei ferkeard ynskat. Troch in ovonde of in rotonde wurdt it ferkear twongen om de snelheid te ferleegjen.”
Veenstra heeft zijn (schriftelijke) vragen half december ingediend bij Gedeputeerde Staten van Fryslân. Omdat kort daarna het kerstreces inging, verwacht hij niet eerder antwoord dan begin of half februari. “Dizze krusing stiet net yn it útfieringsprogram fan dit jier fan de provinsje foar de ynfrastruktuer. Wy wolle dat der sa gau mooglik wat gebeurt, mar der sil earst wol ûndersyk nedich wêze: tellingen bygelyks”, verwacht Veenstra.
