Wildrasters en stroomdraden tegen roofdieren
112
ZWAGERMIEDEN - Vanwege het succes van de afgelopen twee jaar, brengt Staatsbosbeheer ook dit jaar stroomdraden en wildrasters aan rond twee stukken weiland in de Zwagermieden. Dit gebeurt zuidoostelijk van de Petsleat en niet ver van Westergeest, om roofdieren te weren.
De maatregels zijn bleken succesvol in het weren van vooral de vos. Met name rond twee gebieden, vorig jaar waren dat er nog drie. "Fan ien gebiet wie it súkses eins te lyts. Dat slane wy no oer", zegt boswachter Gjerryt Hoekstra van Staatsbosbeheer. Het doel is om het broedsucces van weidevogels te verhogen. Diverse soorten zijn er bij gebaat, aldus Hoekstra, zoals kieviten, grutto's, tureluurs en ook diverse eendensoorten.
In totaal gaat het om zo'n 18 hectare en een stroomdraadrasterlengte van ongeveer 2,3 kilometer. Het plaatsen is een hele klus, uitgevoerd door vaste krachten van Staatsbosbeheer: boswachter Gjerryt Hoekstra, Arjan van der Veen en Janco Elzinga. Voor het broedseizoen van de weidevogels begint, moeten de rasters gereed zijn.
Vorige jaren was het een probleem dat wanneer de grasgroei op gang kwam, het gewas vaak tegen de stroomdraden begon te groeien. Dat leverde stroomverlies op. "Dit jier wolle wy besykje om keunststoffoly ûnder it raster te lizzen, sadat der gjin gewaaks tsjin de ûnderste triedden oan groeit. Sa kinne wy de stroomfoarsjenning better op peil hâlde, sadat it better funksjonearret."
In de gebieden is het waterpeil verhoogd, wat leidt tot meer wormen dichtbij het oppervlak. Dat is gunstig voor voor volwassen weidevogels. Door laat te maaien zijn de weilanden ook geschikt om kuikens op te laten groeien. Brede stukken water én de stroomdraden blijken in elk geval de vossen goed te weren. "En miskien ek noch oare rôfdieren, lykas wezeling (wezel) en harmeling (hermelijn)."
Staatsbosbeheer doet ook anderszins aan biotoopverbetering voor weidevogels. Zo is een bosje met dicht struweel aan de Petsleatwei uitgedund. Dit ligt vlakbij de kern van het weidevogelgebied. Het doel hiervan is: meer openheid in het gebied, met minder (schuil-)plekken voor landroofdieren en roofvogels, ten gunste van de weidevogels.