Droge stof-opbrengst lisdodde valt tegen
CultuurLEEUWARDEN / RYPTSJERK - Het eerste jaar van de lisdodde-teelt in het Bûtenfjild tussen Ryptsjerk en Feanwâlden was de opbrengst veel lager dan verwacht. Toch kregen de betrokken onderzoekers donderdag tijdens een conferentie over 'Better Wetter' in hogeschool Van Hall Larenstein in Leeuwarden het advies door te gaan. Zo nodig met andere 'natte teelt'.
Met name de opbrenst op twee proefvelden van Albert van der Ploeg bij Ryptsjerk was opvallend laag, vertelden Ivan Mettrop en Jasper van Belle, twee bij het project betrokken onderzoekers. De fostaatopbrengst bij Van der Ploeg was ongeveer de helft van die bij boer Kinderman (bij Feanwâlden; red.) en ongeveer een kwart van het project VIC bij Zegveld (provincie Utrecht). Oftewel: een halve milligram fosfaat per gram droge stof bij Van der Ploeg, 1,1 bij Kinderman en 2,0 bij VIC in Zegveld. Voor kalium ligt dit iets anders: 1,7 bij Van der Ploeg, 0,4 bij Kinderman en 2,5 bij VIC (Zegveld).
De opbrengsten van de lisdodden die als wortelstokken waren geplant en die waren gezaaid, verschilden vrij weinig. (Van elk was een proefveldje aangelegd.) Daar staat tegenover dat het planten van wortelstokken veel arbeidsintensiever is dan het zaaien van de lisdodden. Een nadeel van het zaaien is echter, dat het zaad bij een waterstand van (de noodzakelijke) circa twintig centimeter boven de bodem naar één hoek toe wordt gedreven. In de workshop kregen de beide sprekers het advies door te gaan met het project, vanwege het maatschappelijk belang..
