Tjibbe en Baukje de Jong bedanken ottervrienden met tochtje
NieuwsOUDEGA - Tjibbe de Jong uit Oudega had als jongen een droom: net als Freerk Siekmans van Sytebuorren beschikken over een tamme otter, die vis voor hem ving. Die droom kwam min of meer uit, maar dan anders.
Samen presenteren ze een boekje aan boord van de BlaustirnsDe Jong groeide op 'in de natuur': hij woonde met z'n ouders in een woonboot, die in de zomer in de Monnikengreppel lag, op het einde van de Oudegaaster vaart.
Af en toe vond hij in Galigaan (of: Otterpol, 'houtsnyl' in het Fries) een nest waar een otter in had geslapen. Hij werd rietsnijder en rietdekker, maar z'n hart ging uit naar natuurbescherming. Eind 1960 werd hij dan ook 'veldmedewerker' van It Fryske Gea, tot zijn pensionering.
Een droom die uitkwam, maar dan net iets anders
Z'n droom bleef, maar intussen stierven de otters in Fryslân uit. Het was vooral Addy de Jongh van Stichting Otterstation Nederland die ervoor zorgde dat otters in Nederland terugkeerden, 'eenvoudig' door in het buitenland te vangen en naar Nederland te brengen. De eerste werden in de Weerribben uitgezet, op de grens van Friesland en de 'Kop' van Overijssel.
De Jongh was ook de man achter het otterpark Aqua Lutra bij de Kleine Wielen in het Groene Ster-gebied. Maar die otters waren al te zeer aan mensen gewend om ze in het wild uit te kunnen zetten. De Jongh ving daarom otters thuis op, maar bleek daarvoor in de Leeuwarder binnenstad onvoldoelde ruimte te hebben. Zo kwam het optrekje van Tjibbe en Baukje de Jong in Oudega in beeld.
Eind augustus 2010 werden drie verweesde ottertjes gevonden bij Langelille. Ze kregen de namen van de vinders: Liesbeth, Arjen en Auke. Tjibbe en Baukje vingen hen op. Dat dit eerste 'project' dramatisch afliep, maar dat er daarna successen volgden, staat beschreven in het hen samen gemaakte boekje 'Otteropvang van Tjibbe en Baukje: een droom; verslag van een unieke en enerverende periode'. Komende vrijdag wordt het aangeboden aan iedereen die het echtpaar heeft geholpen bij de otteropvang. Bovendien krijgen zij allen een boottochtje aangeboden aan boord van de Blaustirns, dwars door Nationaal Park De Alde Feanen.
Dát het boekje er is gekomen, is mede het gevolg van een inbraak in de woning van Tjibbe en Baukje. De inbreker had de boekenkast overhoop gehaald. Zo vond Baukje het dagboek terug dat het paar had bijgehouden van de otteropvang. Op basis van deze aantekeningen en de vele foto's die ze hadden gemaakt, kon Baukje het boekje schrijven.
"Een gouden team"
Het eindigt met een dankwoord en een gedicht. Tjibbe is - als in het hele boekje - 'aan het woord': "Ik heb na al die jaren geen behoefte meer aan een tamme otter, zoals Freerk Siekmans bij de Sytebuorren die vroeger had. Ik gun de otters hun vrijheid. Maar wat hebben we een geluk gehad dat we deze avonturen mochten meemaken."
Met alle betrokkenen vormden ze "een gouden team", vinden ze.
Tot slot volgt het Friese gedicht 'In moai begjin', dat Eize de Boer schreef in Actief (herfst 2011), na het bijna uitzetten van de eerste wilde otters in de Alde Feanen.