Landgoederen-project zoekt ‘verdienmodel’
NieuwsHuize Lyndensteyn in Beetsterzwaag, één van de landgoederen. Vier andere zijn bijvoorbeeld: het Lycklamahûs, Harinxmastate, Lauswolt en Huize Olterterp. (Foto: Klaas Rozema)
Landgoederen-project zoekt ‘verdienmodel’
“Meer mensen bij betrekken”
BEETSTERZWAAG/OLTERTERP – Hoe houden de eigenaren en zoveel mogelijk andere betrokkenen de vijf landgoederen – zowel de gebouwen als de parken er omheen – van Beetsterzwaag en Olterterp in stand? Oftewel: kan er een ‘verdienmodel’ voor worden gevonden?
Om antwoord te krijgen op deze vraag, wordt er de komende tijd een
maatschappelijke kosten- en batenanalyse¹ (mkba) gemaakt. Daarbij moet bijvoorbeeld worden gedacht aan: “Wat kost het in stand houden van een fiets- of een wandelpad? Wat kost het in stand houden van laanbomen, vijvers en houtwallen?” aldus de ingehuurde procesleider Age Fennema.
Intussen wordt niet gewacht tot de uitkomst van die analyse er ligt, maar wordt getracht meer mensen en organisaties die genieten van de landgoederenzone, zoals overheden, bewoners en lokale ondernemers, bij het proces te betrekken, legt Fennema uit.
“Onder andere door het organiseren van evenementen, rondleidingen en het verspreiden van informatie over Beetsterzwaag en omgeving, als aantrekkelijk gebied om er te wonen en er te recreëren.” Hierbij wordt nauw samengewerkt met Beesterzwaag Natuurlijk Genieten (BNG). De ‘Opsterlandse Groene Parels’ (OPG), de bundeling van eigenaren van de landgoederen, is formeel de opdrachtgever voor het berekenen van het mkba.
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), Van Teijens Fundatie en de provincie Fryslân geven financiële steun aan het proces. Ook de gemeente Opsterland is er nauw bij betrokken,
“We waren onlangs op bezoek in Rheden (Veluwezoom) in Gelderland, om ons licht op te steken over hoe overheden en landgoedbeheerders daar samenwerken”, zegt Fennema.