Het is gelukt! 8 van Drachten gerend
Sport SportMarije Blacquière heeft zojuist het viaduct getrotseerd. (Foto: Klaas Rozema)
marijerent
Het is gelukt! 8 van Drachten gerend
DRACHTEN – Een team van Actief Media deed zondag mee aan de 8 van Drachten. Eén van hen, redacteur Marije Blacquière (30), deelde de afgelopen weken haar ervaringen met trainen voor dit evenement met de lezers van Weekblad Actief. Zij doet verslag van het ’moment suprème’.
Yes! Gelukt! De 8 van Drachten-finish is bereikt, en binnen het uur. Oké, snel was ik niet. Maar het doel is gehaald: de acht kilometer uitlopen, zonder te wandelen. En wat was het leuk!
Het spande er nog even om of ik wel aan de start zou verschijnen. Een paar dagen voor de 8 van Drachten besloot ik nog een flink eind te rennen, maar na zesenhalve kilometer belandde ik gehurkt op het fietspad met pijn in mijn bekken. De slijmbeurzen, vermoedt een andere loopster. Als een oud vrouwtje strompelde ik naar huis.
Ik realiseerde mij eens te meer dat sporten weliswaar lekker en gezond is, maar dat het ook zomaar de bron kan worden van fysieke klachten. Je lijf wordt sterker en soepeler van hardlopen, maar je moet er ook voor zorgen dat je lijf sterk genoeg is óm te hardlopen. Zeker als je (net) kinderen hebt gekregen, lees ik in een artikel van deskundige Manon Wagenmans: versterk eerst je rompspieren en de andere spieren in je lichaam voordat je gaat hardlopen, adviseert zij. Ook de banden rondom de gewrichten blijven nog lang na de bevalling verslapt. Oei.
Misschien ben ik de afgelopen maanden dus helemaal niet zo verstandig bezig geweest. Ik ben gewoon weggerend. Ook op de dag van de 8 van Drachten besluit ik maar te gaan rennen en te kijken hoe het uitpakt. In knaloranje shirts, speciaal voor ons gemaakt, staan wij van het bedrijventeam van Actief Media – Martijn van Hoek (34), mijn vader Folkert Blacquière (61) en ik – er zondag klaar voor in Beetsterzwaag. Of eigenlijk zitten we op een stoepje, want we zijn veel te vroeg. Tijd genoeg dus om in te dribbelen, te rekken, nog even naar de wc te gaan en te kletsen.
Als het startschot klinkt, rent een kleurige mensenmassa weg. De twee knaloranje heren verdwijnen al snel uit zicht. Ik loop lekker, maar vraag me al gauw af waar nou toch dat eerstekilometerbordje blijft. Is een kilometer echt zo lang? Dan wordt het nog pittig. Niet veel later zie ik tot mijn opluchting een bord staan met de mededeling dat er nog zes kilometer voor me ligt. Het eerste bordje heb ik kennelijk gemist. Met het gevoel een kilometer cadeau te hebben gekregen, loop ik opgewekt verder.
Na vijf kilometer krijg ik het moeilijk. “Je hebt het zwaarste bijna gehad!”, roept een toeschouwer. Ik weet niet of ik dat positief moet opvatten. Twee loopsters naast me hebben het ook even lastig en we beuren elkaar op. Het viaduct is al in zicht, en daarna is het nog ongeveer net zo’n afstand tot de finish. Dat laatste stuk moet toch lukken! Ik knijp een nat sponsje leeg over mijn hoofd, onderweg gekregen van de organisatie, die alles geweldig voor elkaar heeft.
De paarhonderd meter tot de finish doe ik op mijn laatste kracht. Ik zie de finishboog. Ik zie Martijn staan met zijn duim omhoog. Twee lieve Drachtsters juichen me toe met een bos bloemen in de handen. “Mama!”, hoor ik plotseling en ik zie tot mijn grote verrassing het koppie van mijn dochtertje Fenna. Ik ren naar haar toe, kus haar gezichtje, vergeet bijna daadwerkelijk te finishen. Mijn ouders slaan me op mijn schouder. Pa was al lang binnen (39.38), Martijn zelfs nog eerder (38.07). We hebben het volbracht.
Als ik ‘s avonds de kinderen naar bed breng en mijn vermoeide lijf ook even te ruste leg, geeft Fenna me een dikke zoen. “Omdat je zo lief hardloopte.” Snel was ik dan misschien niet met 55.36, ik heb tenminste líef gelopen. Ik ben tevreden.
Inmiddels heb ik dankzij de 8 van Drachten al bijna wéér zin om te rennen. Dit ga ik volhouden, spreek ik met mezelf af. Maar niet zonder tegelijkertijd ook mijn spieren te versterken. Het is per slot van rekening wel de bedoeling dat hardlopen je vooruit brengt.