Marije rent

marijerent

In de aanloop naar loopevenement 8 van Drachten pakt re­dacteur Marije Blacquière (30) haar oude hobby weer op. Hardlopen, daar dacht de moeder van Fenna (3,5) en Hugo (1) geen tijd meer voor te hebben. Maar het doet goed, merkt ze al snel. De komende weken houdt ze u op de hoogte van haar ervaringen.

Chi

Het is een heerlijke zomeravond. Aangenaam temperatuurtje, bijna windstil en het enige geluid komt van de vele kwetterende vogels. De lage zon tekent lange schaduwen op het betonpad waar ik in kalm tempo overheen jog. Mijn silhouet strekt zich voor me uit: het gaat lichtjes heen en weer, heeft een zwiepende paardenstaart en de armen bewegen losjes mee.

Mijn schaduw wijst me tevens op een mij bekend euvel: ik ben geneigd mijn onderbenen schuin naar achteren te bewegen in plaats van mijn voeten goed ‘af te rollen’. Een typisch vrouwenloopje lijkt het wel, want regelmatig zie ik loopsters hetzelfde doen.

Dat er nog vele andere houdingen mogelijk zijn, valt op langs de lijn van een loopevenement. Op zondag sta ik met het hele gezin te klappen langs het parcours van Loop Leeuwarden. Ik vergaap me aan de prachtige tred van de voorste wedstrijdsporters: als geoliede machines zoeven ze voorbij, geluidloos en schijnbaar zo licht als een veertje. Hun glimmende huid strak gespannen over de getrainde spieren, geen grammetje vet. Zij zijn het die net iets langer dan een uur doen over 21 kilometer, en naar het lijkt moeiteloos.

Minstens zo interessant zijn echter de recreatieve lopers, die steeds in groepjes voorbijkomen. Ze zijn er in alle soorten en maten: groot, klein, dik, dun, man, vrouw, jong, oud, donker, blank. Ze dragen felgekleurde shirts, een enkeling loopt in de blote bast of draagt slechts een topje. Er is er zelfs één op blote voeten. En ieder heeft zijn eigen houding: voorovergebogen, erg rechtop, grote passen, kleine passen en eentje die heel veel stappen zet maar slechts langzaam vooruitkomt. De meesten laten hun armen lichtjes meebewegen, maar er zijn er ook die er fel mee zwaaien of ze juist een beetje laten bungelen. Eén ding heeft bijna iedereen gemeen: hardlopen lijkt een grote (krachts)inspanning te vergen.

Dat hóeft niet, hoorde ik laatst. Het zou veel beter zijn om de zwaartekracht te gebruiken, in combinatie met je eigen ’krachtcentrum’, oftewel ’chi’, ook bekend in de acupunctuur, vechtkunsten aikido en tai chi, yoga en pilates. Kenianen schijnen zo te rennen. ’ChiRunning’ staat voor een bewuste manier van hardlopen waarbij het niet gaat om de resultaten, met overbelasting en blessures als risico, maar om het proces: het ontwikkelen van de looptechniek. Oftewel, zoals de site loopblessurevrij.nl vermeldt, “snelheid is een bijproduct”.

Hier moet ik aan denken als ik deze week moeizaam op gang kom. Ik heb al tijden niet verder dan vier kilometer gelopen, te wijten aan een fikse verkoudheid, een migraineaanval (tijdens het hardlopen!) en een volle agenda. Met een volle maag doe ik op zondagavond een nieuwe poging. Het loopt zwaar. Ik zie mijn schaduw sjokken. Ik besluit de kilometerregistratie uit te zetten en niet op mijn snelheid te letten. Het gewoon maar een beetje te laten gaan. Ik chi wel hoe ver ik kom.

Trainingsschema

De organisatie van de 8 van Drachten heeft in overleg met atletiekvereniging Impala een aantal trainingen opgezet  speciaal voor recreanten die zich nu willen voorbereiden voor deelname aan dit loopevenement op zondag 15 juni 2014.

De komende weken zullen de schema’s in deze krant verschijnen. Geniet van deze trainingen. Niets is opbeurender dan 50 minuten aaneen te kunnen lopen, vooral als u beseft dat uw inspanning op een dag zal lonen. Hardlopers lopen vaak te hard van stapel. Bij het hardlopen van de duurloopjes moet je nog rustig kunnen praten zonder al te veel te hijgen.

Vragen over de trainingsschema’s kan men mailen naar info@8vandrachten.nl.

Schema week 6

Training 1

Duurloop van 50 – 55 minuten.

Training 2

Duurloop van 45 – 45 minuten, tijdens de duurloop 3 x 2 minuten een klein beetje versnellen.  Wanneer dit gebeurt maakt niet uit, tussen de 2 minuten wordt gewoon weer het duurlooptempo gedaan.

Eventueel training 3

9 minuten, 8 minuten, 7 minuten, 6 minuten, 5 minuten, 4 minuten, 3 minuten, 2 minuten, 1 minuut. De pauze is steeds 1 minuut, bij voorkeur langzaam dribbelen.