Bouw officieel van gestart op de scheepswerf
NieuwsDe eigenaar vertelt over het skûtsje met bovenin de boot zijn broer en voor de boot de smid die de nagels klaarmaakt die Poepjes en Ketalla er in zullen slaan. (Foto: Klaas Rozema)
Bouw officieel van gestart op de scheepswerf
Skûtsje De Jonge Trijntje gerestaureerd
DRACHTEN – Wethouder Nieske Ketelaar van Smallingerland en gedeputeerde Sietske Poepjes van de provincie Fryslân gaven zaterdag op een ludieke manier het startsein voor de restauratie van het meer dan honderd jaar oude beurtvaartschip De Jonge Trijntje.
De renovatie zal plaatsvinden bij scheepsbouw O.H. van der Werff, waar het skûtsje is gebouwd. De bezoekers kregen informatie over de restauratie van het skûtsje en konden demonstraties van oude ambachten over de scheepsbouw volgen.
Wisselende eigenaars
Scheepsbouwer Haiko van der Werff, de achterkleinzoon van de oorspronkelijke bouwer Jan Oebeles van der Werff voert de restauratie op een ambachtelijk manier uit. Jan Oebeles van der Werff bouwde het skûtsje in 1909 op zijn werf ‘De Nijverheid‘ aan het Buitenstvallaat in Drachten. Het in 1920 tot 18.71 meter verlengde skûtsje wisselde daarna verschilllende keren van eigenaar. Haiko Van der Werff kocht het onlangs van vader en zoon Haverkort uit Zwolle, nadat skûtsjekenners de Bûtenstfallaatsters het schip in Zwolle op het spoor waren gekomen en Van der Werff daarvan hoorde. “Het skûtsje hoort in Drachten thuis. Drachten is de bakermat van de skûtsjehistorie”, vindt Van der Werff.
Stichting de Jonge Trijntje
Van der Werff en de stichting willen het cultuurhistorisch erfgoed weer laten varen. Het skûtsje, dat in slechte staat verkeerde, is gestript en wordt nu helemaal opgeknapt.
Voor dit restauratieproject is de stichting ‘De Jonge Trijntje’ opgericht. De stichting heeft voor de restauratie subsidie gekregen van de gemeente Smallingerland en de provinsje Fryslân. De doelstelling van de stichting is dit cultureel varend erfgoed voor Drachten en omstreken te behouden. Bijzonder is dat het skûtsje van 1909 tot 1920 de beurtvaart verzorgde tussen Drachten en Groningen. De vaarroute liep destijds vanuit de Drachtstervaart richting en Ureterpvallaat. Via Frieschepalen, De Wilp, Jonkersvaart voeren de skûtsjes naar Leek, het Leekstermeer en vervolgens via het Hoendiep naar Groningen. Deze beurtvaart werd twee keer per week verzorgd. Alle vervoer ging over water.
“De restauratie zal op authentieke wijze gebeuren, volgens het aloude ambacht van klinken”, zegt Rienkje van Boekel van de stichting. “De scheepsbouwer bouwde vroeger vaak op het oog, de ruimte in de sluis en de diepgang van het water waren richtinggevend voor de maten van het skûtsje. Bouwtekeningen waren er niet. De maten waren in voet en duimdik. Jelmer Kuipers zal op basis van ‘schetsen’, die nu nog in het Scheepvaartmuseum te vinden tekeningen maken voor de zwaarden en het roer.” De restauratie is tevens een leerwerktraject. Op ROC de Friese Poort maken leerlingen de zwaarden en het roer.
Prominent aanwezig
Er zijn meerdere bestemmingen voor het skûtsje. Het zal worden ingezet voor culturele en educatieve doelen, sociaal maatschappelijk varen met (kans)arme jongeren en als toeristische trekpleister. “Het skûtsje zal in de toekomst op tal van evenementen prominent aanwezig zijn, zoals het skûtsjesilen van SKS en IFKS”, aldus Van Boekel.
Met de subsidie van de provinsje Fryslân en de gemeente Smallingerland zijn de restauratiekosten van 225.000 euro niet gedekt. “Door fondsen, sponsoring en donateurs hoopt de stichting het ontbrekende geld binnen te halen.” De restauratie wordt in twee jaar uitgevoerd en is begin 2015 afgerond.